Nederlands Hervormde Kerk

Locatie: Kerkplein 9, Haastrecht

Eind 13e eeuw had Haastrecht al een kerk. Het onderste deel van de toren dateert waarschijnlijk uit die tijd. Eind 14e eeuw is het schip van de kerk naar het westen verlengd zodat de toren voor een groot deel werd ingesloten.

De Hervormde Kerk in Haastrecht is een laatgotische kruiskerk waarvan alleen het korte schip, het dwarsschip en de toren over zijn. De drie beuken van de kerk zijn gebouwd in de vorm van een zogenaamde ‘pseudobasiliek’, waarbij er geen ramen te vinden zijn tussen het lagere dak van de zijbeuken en het hogere dak van het middenschip. De zijbeuktraveeën hebben topgeveltjes.

De plaats waar nu de kerk staat kun je beschouwen als de bakermat van Haastrecht. Hier bevond zich rond 1100 een Castra, een verdedigingswerk. Op Kerkstraat 5 zijn bij verbouwingswerkzaamheden nog resten van een oude muur gevonden die daar deel van uitmaakte. De Kerkstraat was waarschijnlijk de kortste verbindingsweg tussen de Castra en de levensader; de Hollandsche IJssel en daarmee één van de oudste straten van Haastrecht.

 

Roerige geschiedenis

De kerk kent een lange en een roerige geschiedenis. In 1511 staken Gelderse troepen de kerk in brand. Tijdens de Reformatie, in 1571, ging de inmiddels herstelde kerk van katholieke over in protestante handen. Rond 1575 werd het kerkgebouw opnieuw verwoest, hetzij door brand, hetzij door oorlogsgeweld tussen Geuzen en Spanjaarden. Pas in 1609 wordt een begin gemaakt met herstel van het kerkgebouw. De omtrek van het verdwenen koor is met lage muurtjes aan de oostzijde aangegeven. Eind 18e eeuw werd de torenbekroning vernieuwd. De kerk brandde uit in 1896 en in 1964 en beide keren is de kerk herbouwd. In de kerk is een grafkelder van de familie Bisdom van Vliet. Die kelder is het laatst geïnspecteerd en hersteld na de brand van 1964. Naast de kerk staat het fraai gedecoreerde brandweer- of spuithuisje. Na gebruik werden de toen leren slangen te drogen gehangen in de kerktoren.

 

Rampen

In 1726 werd Haastrecht getroffen door overstromingen, waardoor vele graven in de kerk invielen. In 1896 brandde de kerk opnieuw af. Oorzaak waren de verkeerd geïnstalleerde rookleidingen van nieuw aangeschafte kachels, die het dak vlam deden vatten. De kerk en de toren werden direct herbouwd. Op 12 juni 1964 ontstond tijdens loodgieterswerkzaamheden een grote brand. De kerk werd hierna gerestaureerd naar de toestand van vóór 1896.
In 2004 is het overgebleven koorgedeelte - het huidige liturgisch centrum - van de kerk gerestaureerd. Waarschijnlijk ten gevolge veranderingen in het grondwaterpeil waren de funderingspalen weggerot en dreigde het koor van het gebouw los te breken. Mede door de inspanningen van de leden van de kerk is het kerkgebouw hersteld en nu mooier dan tevoren. Sinds die brand is er jaarlijks in het voorjaar een grote en drukbezochte rommelmarkt.

Toren

De toren van de kerk is eigendom van de gemeente Krimpenerwaard. De grotendeels ingebouwde stenen toren is vierkant en is op de top voorzien van een balustrade met op elke hoek een stenen leeuw. De toren heeft vroeg-gotische vormen en heeft getraceerde blindnissen. De torenbekroning is van hout en bestaat uit drie delen. Het onderste deel is vierkant, de bovenste twee delen zijn zeshoekig. De toren is op de top voorzien van een windhaan.
De toren verzakte naar het zuidwesten. Waarschijnlijk is deze daarom al in de 17e eeuw gestut met een gemetselde steunbeer tegen de westzijde van de kerk. In 1711 is de toren onderheid en zijn de fundamenten verbeterd.

Na de brand van 1896 is de toren het jaar erop herbouwd. Het duo F. van der Straaten en H.J. Nederhorst ontwierp in 1897 een nieuwe houten torenbekroning. Na deze herbouw ontstonden echter scheuren in de toren. Dit bleek te komen van in de toren ingebrachte vloeren met ijzeren profielbalken. De uiteinden van de balken gingen roesten met als gevolg scheurende muren. Ook de later in de toren aangebrachte grote ramen versterkte de scheurvorming.

Bij een restauratie van 1960-1962 zijn deze ramen vervangen door blindnissen. Verder is de gotische ingangsboog vervangen door een Romaanse boog.
Bij de brand van 1964 is de toren opnieuw afgebrand. De toren is herbouwd naar de toestand van vóór 1896. Alleen de torenbekroning is herbouwd als een kopie van het ontwerp uit 1897. Het carillon telt 37 speelklokken.

Tekenaars J.J. Jehee, F. v.d. Straaten en H.J. Nederhorst, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed