Locatie: tegenover IJsseldijk 428-430, Krimpen a/d IJssel
De atoomschuilplaats bij de Algerabrug is nauwelijks als historisch bouwwerk te herkennen. Maar open je het luik boven op deze bult grond, dan zit je met een paar traptreden weer midden in de Koude Oorlog. De dreiging van weleer resulteerde in de aanleg van honderden schuilplaatsen. Tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw werden ze gebouwd.
Van de oorspronkelijk veertig schuilplaatsen van Rijkswaterstaat resteren er nog maar een paar. Een ervan is deze bij de Algerabrug, die bij een Russische atoomaanval moest zorgen voor een schuilplaats voor de sluiswachter en personeel van Rijkswaterstaat en hun gezinnen. De bunkers zijn groot en voorbereid op de komst van gezinnen. Zo liggen er spelletjes voor de kinderen en toiletartikelen voor de dames.
Door de gezinnen van hun personeel te beschermen, zorgde Rijkswaterstaat ervoor dat zij gewoon hun werk kon blijven doen en ze zich niet om hun families hoefde te bekommeren. In deze bunker uit begin jaren tachtig moesten de 36 personeelsleden van Rijkswaterstaat veilig kunnen schuilen. Zij waren er namelijk verantwoordelijk voor dat ook tijdens een crisis - als een dreigende atoomramp - de stormvloedkering in Krimpen aan den IJssel veilig gesloten kon worden.
Hoe te schuilen, daarvoor ontvingen de medewerkers van sluizen en bruggen een uitgebreide handleiding over het gebruik en beheer van de schuilgelegenheid. Veiligheid was natuurlijk belangrijk, maar de tijd onder de grond moest ook zo aangenaam mogelijk zijn. Voor een verblijf van twee weken was voldoende voedsel, water en diesel in de bunker aanwezig. In één van de bronnen lezen we dat er drie keer per dag een maaltijd was. De hoofdschotel bestond uit opgewarmde spijzen uit blik, zoals rijst met kip en kerriesaus, macaroni met gehakt in tomatensaus, bruine bonen met spek en goulash met aardappelen. Als tussendoortje kreeg men per persoon één reep chocolade per dag.
Deze Krimpense ‘bunker’ is nog in originele staat en wordt onderhouden door Stichting Cultureel Erfgoed Koude Oorlog. Vaak is deze bunker op Open Monumentendag in het tweede weekend van september te bezoeken. Ga je liever op een ander moment, geïnteresseerden kunnen bij deze stichting een afspraak voor een andere datum maken.
Om het land bij een nucleaire aanval draaiende te houden, concludeerde de zogeheten Commissie Noodzetels dat er in het hele land schuilkelders moesten komen voor 4650 ambtenaren. De bouw van de ondergrondse bunkers gebeurde in het striktste geheim, want de vijand mocht niet weten waar de schuilplaatsen verborgen waren. Om geheimhouding te vergemakkelijken en om kosten te besparen, werd de aanleg zoveel mogelijk gecombineerd met andere bouwwerkzaamheden. Onder pleinen, parkeergarages en openbare gebouwen kwamen kelders met dikke stalen deuren en betonnen muren voor bescherming tegen aanvallen met nucleaire wapens en gifgas. Wetenschapper en kunstenaar Kees van Leeuwen is specialist op het gebied van atoombunkers uit de periode van de Koude Oorlog. Hij schreef erover: ‘In geval van nood’.
In tijden van oorlog moesten het sluis- en brugpersoneel het scheepvaartverkeer op gang houden. De beschermde onderkomens die voor hen werden gebouwd, zoals hier in Krimpen aan den IJssel, waren de enige waar echtgenoten en kinderen in mee mochten.