Geboortehuis Reinier de Graaf

Locatie: Haven 64, Schoonhoven

In dit huis woonde in de 17e eeuw Reinier de Graaf, een groot anatoom en fysioloog, die baanbrekend onderzoek heeft gedaan.

Reinier de Graaf werd geboren in Schoonhoven in het huis aan de haven, dat nu huisnummer 64 heeft. Het was het jaar 1641, midden in de Gouden Eeuw. Zijn vader was timmerman. Nu zouden we hem stadsbouwmeester noemen. Reinier volgde de Latijnse school aan de Koestraat. Hij groeide op in een zekere welstand. Vandaar dat hij medicijnen kon studeren achtereenvolgens in Utrecht, Leiden en Angers in Frankrijk, circa 300 km ten zuidwesten van Parijs.

Chemische fabriekje

Reinier de Graaf had altijd al veel interesse in anatomie en fysiologie. In de 17e eeuw was de tijd er rijp voor om het lichaam te ontdekken. Tot deze tijd was het lichaam slechts weinig geopend, omdat het geloof dat aanvankelijk verbood. In Angers ging hij aan de slag. Hij begon eerst met dierproeven. Hierna werden de resultaten naar het menselijk lichaam vertaald. Allerlei lichaamsvloeistoffen werden onderzocht. Het lichaam, geloofde men, was een soort chemisch fabriekje. Hij prepareerde bij de hond de afvoergang van de alvleesklier vrij om de insuline op te vangen. Iconisch is de afbeelding van Reinier en zijn hond met een opvangflesje onder aan de buik. Er staat een beeld van hem bij het kruispunt Beneluxlaan - Reinier de Graafstraat in Schoonhoven Noord. Een tweede exemplaar staat sinds 1991 in het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft opgesteld.

Graafse follikels

Reinier werd geneesheer praktikus in Delft. Hier zette hij zijn onderzoekswerk voort. Bovendien deed hij in Leiden onder leiding van hoogleraar Franciscus de Boe Sylvius onderzoek naar het mannelijk geslachtsorgaan en het vrouwelijk voortplantingsorgaan.

Hij vond op de eierstokken kleine bolletjes/blaasjes, die volgens de Graaf een eicel moesten bevatten. Hij heeft ze zelf nooit gezien. Na zijn dood maakte zijn vriend Antoni van Leeuwenhoek deze eicel middels de microscoop wel zichtbaar. Wij kennen deze bolletjes nu als de Graafse follikels.

Bij konijnen onderzocht hij tijdens de zwangerschap de verschillende ontwikkelingsstadia van de foetus. Ook verklaarde hij de weg die het eitje aflegde via de eileider naar de baarmoeder.

Volgens Reinier de Graaf ontstond bij versmelting van een zaad- en eicel een foetus. Een hevige discussie ontstond er tussen de zogenaamde ovisten en spermatisten welke geslachtscel (eicel of spermacel) de erfelijke factoren meebracht. Eerder dacht men dat in de spermacel het kleine mensje al compleet aanwezig was. De vrouwelijke eicel was minder belangrijk. Het mannelijk perspectief was duidelijk dominant!