Locatie: Dam 9 Schoonhoven
Schoonhoven kende al in de 13e eeuw een Waag. Jan van Blois, heer van Schoonhoven, verhuurde in 1356 de Waag toen aan de poorters van Schoonhoven. In 1518 verwoestte een grote stadsbrand de Waag samen met 320 huizen, drie kloosters, een poort, een toren, negen oliemolens en het Slot. Al in 1519 begon men met de herbouw op de huidige locatie. Vanaf 1538 pacht de stad het waagrecht van de stadsheer, dat is dan Keizer Karel V. Twintig jaar later koopt de stad het waagrecht van Koning Philips II.
Op de kaart van Blaue uit 1649 is het waaggebouw duidelijk herkenbaar weergegeven met de twee deuren en overkapping zonder pilaren.
Een waag vind je vooral terug in streekcentra waar week- en jaarmarkten werden gehouden. De waag vormde daar een belangrijke schakel in het marktproces. Van de handelswaar die werd gewogen of afgemeten kreeg de eigenaar een weegbrief. Daarmee kon hij aantonen dat van de waar die hij verkocht de hoeveelheid op een eerlijke wijze was bepaald en werd gegarandeerd door het gezag. Dat kon zijn de plaatselijke overheid of de landsheer. Niet iedereen was dus gerechtigd om te wegen.
Waagrecht is een profijtelijk recht dat verleend wordt door de machthebbers. Het waagrecht werd door de landsheer verpacht of aan een stad verkocht. Het verkregen waagrecht was voor een stad een bron van inkomsten. Handelaren werden verplicht om handelsgoederen zoals kaas en boter in de stadswaag te laten wegen. Een waag bevorderde de eerlijke handel en was onmisbaar voor de stad als betrouwbaar handelscentrum. De stad hief waaggeld, een soort accijns op het wegen. Het was dus ook een bron van inkomsten.
onder andere gebruikt voor het maken van weefsels en touw, die essentieel waren voor de scheepvaart en visserij. De Waag speelde een grote rol in deze handel. In 1617 werd de Waag verbouwd, en vanaf 1758 kreeg het zijn definitieve vorm. In de Waag bevindt zich nog steeds de balans uit 1662.
Hendrik van Berkum, pastoor en schrijver van historische werken, schreef in 1762: “Een ongeloofelyke menigte Hennip wordt in de Waag Jaarlyks gewogen, welke alhier voor alle Koopluyden wordt ter markt gebragt en verkogt."
Groot was toen de aanvoer van hennep voor de zeildoekfabriek van Johannes van Kempen.